VISIE

Om dit te bereiken werk ik volgens de 4 pedagogische basisdoelen:

1. Emotionele veiligheid;
2. Mogelijkheid tot ontwikkeling persoonlijke competenties;
3. Mogelijkheid tot ontwikkeling sociale competenties;
4. Overdragen van waarden en normen.

1. Emotionele veiligheid

Ik vind het belangrijk dat kinderen zich op hun gemak voelen bij mij. Wanneer een kind zich prettig voelt gaat het de omgeving ontdekken, ervarigen opdoen en zich spelenderwijs ontwikkelen tot een uniek persoon. Ik werk met een klein groepje en heb daardoor genoeg tijd en ruimte om in te spelen op de behoeftes van het kind en de ouders. 

Door structuur en regelmaat aan te bieden weten de kinderen waar ze aan toe zijn. De dagen hebben een vaste indeling, mocht ik hier van afwijken dan wordt dit duidelijk gemaakt naar de kinderen toe. Het speelgoed heeft een vaste plek, zo weten de kinderen precies wat ze waar kunnen vinden. Verder zijn er een aantal regels tijdens de opvang om de dagen plezierig te laten verlopen.

2. Mogelijkheid tot ontwikkeling persoonlijke competenties

De kinderen krijgen de ruimte om een eigen persoonlijkheid te ontwikkelen, zodat ze in staat zijn om verschillende situaties op de juiste manier aan te pakken en zich aan te passen aan veranderingen. Door te kijken naar het kind kan ik inspringen op wat de kinderen leuk vinden en waar ze goed in zijn.

Tijdens de opvang krijgen de kinderen de ruimte om zelf te ontdekken wat ze wel en niet kunnen. Ze leren door te spelen en komen er op die manier achter hoe iets moet. Ze ontwikkelen zich doordat ze onbewust dingen kiezen waardoor ze een volgende stap in hun ontwikkeling maken.

3. Mogelijkheid tot ontwikkeling sociale competenties

Kinderen hebben vanaf de geboorte interesse in hun omgeving. Tijdens het opgroeien zoeken zij steeds meer bewust contact met elkaar. Door met andere kinderen om te gaan maken kinderen de sociale regels zich eigen.

Ik probeer altijd voor een fijne sfeer te zorgen en positief te communiceren met het kind. Ik benoem wat er goed gaat en welk gedrag ik graag wil zien. Ik geef complimenten over de dingen die goed gaan en stuur bij waar nodig is.

4. Overdragen van waarde en normen

Kinderen moeten zich leren verplaatsen in anderen. Dit doe ik door kinderen te betrekken, vragen te stellen en gesprekken te voeren. Ze leren dat hun mening telt en dat deze gewaardeerd wordt. De kinderen zijn verantwoordelijk voor wat ze doen en leren dat het niet erg is om fouten te maken.